Gevaarsetiketten van klasse 1 dienen gebruikt te worden bij vervoer van ontploffingsgevaarlijke stoffen. Denk hierbij aan vuurwerk, munitie of springstof. Ook andere stoffen met explosiegevaar vallen onder gevaarsklasse 1.
Er zijn twee soorten stoffen en voorwerpen die onder gevaarsklasse 1 vallen:
- Vaste of vloeibare stoffen (of mengsels) die, door bijvoorbeeld een chemische reactie, gassen kunnen ontwikkelen. Deze gassen hebben een dusdanig hoge temperatuur en druk en worden op een dusdanige snelheid gevormd, waardoor er schade aan de omgeving wordt aangericht.
- Pyrotechnische stoffen. Dit zijn stoffen of mengsels die bedoeld zijn om een chemische reactie te verzoorzaken. Deze chemische reactie dient als gevolg een effect in de vorm van warmte, licht, geluid, gas of rook te hebben.
Welke subklassen vallen onder gevaarsklasse 1?
- Subklasse 1.0 (massa-explosie en scherfwerking)
Hierbinnen vallen officieel de subklassen 1.1, 1.2 en 1.3. Deze subklassen omvatten een aantal gevaarlijke stoffen en voowerpen. Gevaarsklasse 1.1 omvat stoffen en voorwerpen met een gevaar voor massa-explosie. Massa-explosie is een explosie die vrijwel tegelijk in de gehele lading plaatsvindt. Gevaarsklasse 1.2 omvat stoffen en voorwerpen die specifiek gevaar voor scherfwerking hebben. Gevaarsklasse 1.3 omvat stoffen en voorwerpen met een gering gevaar voor scherfwerking of luchtdruk. Stoffen en voorwerpen die in de laatste subklasse vallen geven bij verbranding wel een aanzienlijke warmtestraling of branden één voor één uit met scherfwerking.
- Subklasse 1.4 (gering explosiegevaar bij onsteking of inleiding)
Binnen deze subklasse vallen stoffen en voorwerpen met een gering explosiegevaar wanneer ze tijdens transport tot ontsteking of inleiding komen. De schade blijft bij deze subklasse beperkt tot hetgeen de stoffen in vervoerd worden. Een van buitenaf inwerkende brand mag niet leiden tot een explosie van de gehele vracht op hetzelfde moment.
- Subklasse 1.5 (zeer weinig gevoelige stoffen met gevaar voor massa-explosie)
De subklasse 1.5 beschrijft stoffen met een zeer weinig gevoelig gevaar voor massa-explosie. Onder normale vervoersomstandigheden is bij deze stoffen een zeer geringe kans op inleiding of overgang van verbranding naar detonatie. Een voorwaarde voor deze stoffen is dat ze niet mogen exploderen bij de uitwendige brandproef.
- Subklasse 1.6 (extreem weinig gevoelige voorwerpen zonder kans op massa-explosie)
De laatste subklasse, subklasse 1.6, omvat voorwerpen die zeer weinig gevoelig zijn en geen kans hebben op massa-explosie. De voorwerpen die binnen deze subklasse vallen bevatten extreem weinig gevoelige springstoffen. De kans op onbedoelde inleiding is in deze subklasse verwaarloosbaar.
Je bestelt gevaarsetiketten van ADR klasse 1 als losse vellen in papier, polyethyleen of vinyl, in formaat 100x100 mm of 250x250 mm. Gevaarsetiketten zijn ook als zelfklevende etiketten leverbaar op rollen van 1000 etiketten in papier of polyethyleen.
Lees minder